
Het 10-minutengesprek
Rond deze tijd komen ze weer: de 10-minutengesprekken.
De meeste scholen hebben twee of drie keer per jaar een week waarin leerkrachten afspraken maken met ouders voor een kort gesprek. Dat gesprek is bedoeld om samen met te kijken hoe je kind zich gedraagt op school en zijn schoolprestaties. Veel kinderen zijn op school toch een beetje anders dan thuis. Ouders en leerkrachten kunnen elkaar vragen stellen en ervaringen uitwisselen.
Tien minuten waarin je met de leerkracht van je kind kunt praten over zijn of haar vorderingen. Tien minuten is niet veel, daarom hieronder enkele tips om de tijd zo effectief mogelijk te besteden.
Hoe voer je een effectief 10-minutengesprek? Hoe voorkom je conflicten?
De tips:
1. Bedenk van tevoren wat u wilt bespreken.
Maak een lijstje. Als u dat niet doet, praat de leerkracht de 10 minuten zelf vol over de cijfers en toetsresultaten, omdat hij of zij denkt dat u dat wilt weten.
2. Probeer niet te veel aan de orde te stellen in één gesprek.
Als u veel vragen heeft, of als er nogal wat problemen zijn, beperk u dan tot het bespreken van één onderwerp en stel gezamenlijk vast dat het nodig is een vervolgafspraak te maken.
3. Open het gesprek met een compliment aan de school of de leerkracht.
Vertel iets leuks over uw kind en laat zien dat u de inspanning van de leerkracht waardeert. Ook al gaat er van alles mis, u kunt vast wel iets vinden wat de leerkracht wél goed doet. Laat zien dat u geïnteresseerd bent in de leerkracht en wat er op school gebeurt. Doordat u zich als ouder zo betrokken toont, houdt u de sfeer van het gesprek goed. Op z'n minst in het begin.
4. Maak de leerkracht tot uw bondgenoot als het gaat om uw kind.
Bedenk dat u als ouder zelf alle beslissingen moet nemen over uw kind en dat u zelf eindverantwoordelijk bent over zijn opvoeding. Maar zie de school daarnaast, als expert, als het gaat om school. Geef de school het vertrouwen dat zij eventuele problemen met uw kind op school op een goede manier willen oplossen, ook al lukt dat niet.
5. Erken het probleem (als dat er is).
Als de leerkracht iets negatiefs vertelt over uw kind (hij zit ongeïnteresseerd in de bank, is brutaal en verstoort de les te vaak), ga dan niet onmiddellijk in de verdediging. Het is niet leuk om te horen dat het niet goed gaat met uw kind, maar probeer uw aandacht te richten op de leerkracht: hij of zij heeft een probleem en wil dat oplossen. Daarom praat de leerkracht er met u over. Vraag dus: "Hoe denkt u dat het gedrag van ons kind zou kunnen verbeteren? Wat zou u daaraan willen doen, en wat kunnen wij daaraan bijdragen?"
6. Als er tijdens het gesprek afspraken zijn gemaakt, zet die dan voor uzelf op papier. Spreek af wie er een verslag maakt: u of de school, en gebruik dit verslag om later terug te kunnen komen op de gemaakte afspraken. Dat kan een volgend gesprek effectief sturen.
Geen reacties gevonden.